Stokes werd in 1887 geboren in een voorname Ierse familie waar een aantal vooraanstaande artsen uit zijn voortgekomen (figuur 1). Zijn grootvader William Stokes verleende de familienaam aan het ademhalingspatroon dat bekend staat als Cheyne-Stokes-ademhaling. Hij studeerde geneeskunde aan het Trinity College in Dublin, waar hij na een onderzoeksstage aan het Rockefeller Institute in New York werd aangesteld als assistent pathologie (‘pathology’ omvatte toentertijd microbiologie). Omdat hij meende dat pathologie en klinische geneeskunde te ver van elkaar verwijderd waren geraakt, combineerde hij zijn werk met een aanstelling als assistent-arts bij het Royal City of Dublin Hospital.
Op 4 augustus 1914 verklaarde Groot-Brittannië Duitsland de oorlog. Diezelfde dag nog reisde Stokes als vrijwilliger af naar Londen. Een week later vertrok hij in dienst van het Royal Army Medical Corps met de eerste Britse troepen naar Frankrijk. Over Stokes is geschreven: ‘In any trouble his instinct was to go and help’. Anekdotes uit het eerste oorlogsjaar illustreren dit. Geschokt door de aanblik van ontelbare tetanus gevallen in de eerste oorlogsmaanden, reed Stokes op een meegebrachte motor met zijspan naar Parijs om anti-tetanusserum op te halen en daarmee ambulances en verbandplaatsen te bevoorraden. Anticiperend op het concept van een mobiel bacteriologisch laboratorium, vervoerde hij later in hetzelfde voertuig een broedstoof om met succes een Salmonella-drager te identificeren die verantwoordelijk was voor een uitbraak van buiktyfus in de Guards’ Brigade.